RESPECT!!
Door: Henriët
Blijf op de hoogte en volg Henriët
22 November 2013 | Burundi, Rutana
Om bij het begin te beginnen: we startten in het Field Office van Fecabu ergens in de provincie. Daar ontmoetten we 5 mensen die dagelijks IN de projecten zijn. Diep respect, dat heb ik gekregen voor deze mensen die zo ontzettend veel werk verzetten daar. Zij maken de projecten tot een succes, zij staan letterlijk met hun voeten in de klei. We werden voorgesteld en kregen van één van de mannen (zonder Franse voornaam, dus ononthoudbaar ) in zijn te grote pak een lezing van alles wat er gebeurde vanuit het field office. Dat er bijvoorbeeld ook marktonderzoek was gedaan om te kijken welke producten het beste zouden aanslaan. En dat jongeren een soort vragenlijst kregen om te kijken welk beroep het beste bij ze zou passen. Want je zal maar een kleermaker moeten worden, terwijl je liever hout bewerkt. Dan wordt het natuurlijk nooit wat, dus goed dat dit vooraf gebeurt.
Na dit bezoek gingen we het asfalt af en hobbelden over de weg door naar een kleermaker. Deze man stond in de ingang van zijn hutje, ceintuur om zijn nek, te stralen en te vertellen over zijn werk. Wij stelden de vragen en Etienne vertaalde. Hierbij een foto van hem, helaas straalt hij hier niet, maar trekt een serieus foto-gezicht. Maar trots wás hij. Goed om te zien.
Vervolgens reden we naar een coiffure, de kapper. Daar schoren 2 jongens, opgeleid in een TVET (Technical Vocational Education & Training/beroepsopleiding) de krullen van een vrijwillig hoofd. De coupes hier in Burundi zijn allemaal hetzelfde: ultrakort, voor iedereen. Toch verzekerde één van de jongens dat hij diverse modelletjes had leren knippen.
Terwijl we hier stonden, werden we omringd door kinderen. De een nog schattiger om te zien dan de ander. Maar wat zagen ze eruit. Hun kleren waren vies en hingen vol gaten om hun lijfjes. Je weet niet wat je ziet. Onvoorstelbaar dat dit anno 2013 nog realiteit is en helaas niet alleen in Burundi. Ik had het gevoel dat ik in een film zat. Sta je echt temidden van de allerarmsten van deze wereld. Niet te geloven! Ik werd er depri van. Wat veel kinderen en wat moet er nog veel gebeuren. (Zie de foto van de tweelingmeisjes.)
Door ging het naar een naaiatelier in een dorpje waar vijf vrouwen werkzaam waren. Zij deden allen hun verhaal. Het ene nog schrijnender dan het andere. Wij stonden erbij en luisterden, stelden wat vragen. Je staat eigenlijk met lege handen. De zon scheen die dag, het was warm, om ons heen stonden vrij veel mensen. Tegen ons aan, eigenlijk. Het was een beetje afzien. Maar niets vergeleken bij het leven wat de mensen daar ondergaan.
We zouden richting de kerk rijden alwaar we een lunch aangeboden zouden krijgen. Het was inmiddels ruim na half 2 en we waren er wel aan toe. Etienne sloeg echter nog even af naar een project met een varkensboer. Hier werd hij zelf helemaal blij van, want deze man was enorm vooruitgegaan: van 1 naar 2 maaltijden per dag! (komen wij aan met onze lunch). Ook werd in de praktijk gebracht wat de Field officer wiens naam ik niet meer weet, hem had geleerd: bemesting van het land met de mest van de varkens. Als je niet weet dat het zo werkt, kom je zelf niet op het idee en moet je worden getraind. Zo leren mensen ook duurzaam met alles om te gaan en zoveel mogelijk te gebruiken. Ook lieten ze bananenbomen zien, waarvan de loten destijds waren geschonken door Fecabu. Ook om deze man en vrouw stonden veel haveloze kinderen ons aan te gapen. Ik hield daardoor datzelfde moedeloos gevoel, zo van: hoe kun je zoveel mensen in vredesnaam ooit helpen?
Tot we naar de SHG reden, de Self Help Group. Daar werd ik nou echt weer blij van. We stapten uit de auto en zagen zeker 150 voornamelijk vrouwen en kinderen die voor ons zingen en ons zo welkom heetten. Compleet met zo’n fluitje en het Afrikaanse ‘tong-gebruik’ (hoe noem je dit Paul Simon?). Wat zagen ze er goed uit, verzorgd, kleurig gekleed en vooral ook hoop en blijdschap in hun ogen. Wat leuk! ‘Zullen we meedansen?’, riep Carin. Zeg dan maar eens nee. Men vond het geweldig, tenminste zo liet het zich aanzien. We dansten met elkaar en voelden ons in elk geval enorm welkom. Hierna volgde een uur van toespraken en ‘testimonials’ van vrouwen die vertelden hoe het eerst was en hoe het nu ging. In alle gevallen was er weer hoop. Bv. door een lening binnen de groep waardoor iets kon worden aangeschaft of een kind naar school kon worden gestuurd.
Binnen de SHG’s geven mensen elkaar leningen. Dit is goedkoper dan bv een microkrediet waar vaak wel 25% rente op wordt gevraagd. Als meer mensen geld willen lenen, dan bepaalt de groep wie hiervoor het beste plan indient. Zo zaten we weer achter een tafel met bloemen te luisteren. Het was een mooi bezoek.
Hierna dan toch echt de kerk. Het was inmiddels 16u. Er stond een warme maaltijd voor ons klaar. De Fecabu-mensen die ons vergezelden laadden hun bord boordevol. Gelijk hadden ze, dit was voor hen een gelegenheid om weer eens goed te eten…..
Buiten een foto van Etienne bij een boom (zie hieronder). Bij deze boom was de kerk gestart. (Etienne is in zijn ‘vrije tijd’ ook nog eens pastor). Hiernaast stond het gebouwtje waar wij aten. (Kerk 2 toen er geen plek meer was bij de boom). Daarnaast stond een veel groter gebouw, kerk 3. En tenslotte stond er een enorme kerk, nr. 4 die komende zondag officieel geopend zou worden. Wat een uitbreiding van zo’n gemeente. Moet je in Nederland eens om komen. Wij gaan eerder richting boom…
Het volgende project waren twee meisjes langs de kant van de weg, ieder weer achter de naaimachine. Deze dames hadden pit! Ze hadden plannen voor de toekomst en wilden graag een huis kopen en kamers verhuren. Die komen er wel…
Tenslotte gingen we die dag naar een andere SHG met school erbij. Deze mensen hadden op ons gewacht. Daar waren we eindelijk. Opnieuw gezang en gefluit ter begroeting. Wij stelden ons voor. Ik had toevallig die dag een t-shirt aan met in het roze de woorden ‘Faith, Hope, Peace’. Dat wenste ik hen toe. Zij brachten een kado en overhandigden dit al zingend aan Marga. Het bleken bananen van een boom waarvan ook zij alleen de scheut hadden ontvangen.
Hierna mochten we weer op het bordes. De hele groep eromheen. Een toespraak van ruim een half uur. Etienne, die opgewekt vertaalde. Wij zaten allemaal nogal vol, keken glazig voor ons uit en knikten op -hopelijk- de juiste momenten. Arme man. Hij had deze toespraak helemaal op papier gezet en ingestudeerd en was helemaal zenuwachtig. En het enige dat ik nog weet, is dat er 46 kg spijkers verwerkt waren in het gebouw.
Na deze volle dag reden we terug naar het guest house. We aten nog een omelet en rolden ons bed in. Op naar de verwerking van dit al…
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley